Impact meten van je project
De impact van een citizen-scienceproject meten is steeds een uitdaging.
Welke impact je kan bereiken met de resultaten van het onderzoek
Bijvoorbeeld, de tool "MICS" kan je daarbij ondersteunen.
Welke impact kan je bereiken op de leerwinst bij de leerlingen
Misschien kan je deze impactmeting wel
koppelen aan een evaluatie door de leerkracht bij de leerlingen? De leerkracht kan zo het leerproces van de
leerlingen evalueren en jij kan de evaluatie aangrijpen om inzicht te krijgen in de impact van de activiteiten op de leerlingen.
Je kan met die impactmeting op 2 manieren te werk gaan.
Een wetenschappelijk gekalibreerde pre- en post-test
- Dit is wetenschappelijk gezien wat lastiger, aangezien je niet zomaar snel zelf een meetinstrument kan ontwikkelen.
- Je kan wel kiezen voor bestaande instrumenten die al wetenschappelijk getest zijn door onderzoeksinstellingen of
onderwijskundige vakgroepen aan de hogeschool of universiteit.
- De data uit zo’n impactmeting zijn relevant voor:
- de rapportering van je onderzoek
- evaluatie van de leerwinst bij de leerlingen
- maar je onderzoek kan er ook sterker van worden, bv. bij de zoektocht naar vervolgfinanciering
Laagdrempelige vragenlijst over ervaringen van de leerlingen
- Dit gebeurt idealiter in samenwerking met de leerkracht.
- De vragen moeten niet zozeer wetenschappelijk gekalibreerd zijn, maar bieden
wel inzicht, bv. in de houding van de leerlingen ten opzichte van het thema of wetenschappelijk
onderzoek in het algemeen.
Bijvoorbeeld:
Voor de lagere school kan het PATT model
dienen als vertrekpunt.
- Het is een goed idee om deze impactmeting van de leerwinst bij leerlingen te bespreken met de betrokken leerkracht.
Leerkrachten moeten hun leerlingen
evalueren, dus ‘evalueerbare’ citizenscienceprojecten zijn voor hen zeker interessant.
- Die evaluatie hoeft niet steeds
een formele test aan het einde van het project te zijn, maar kan ook een evaluatie van het doorlopen proces omvatten.
- Wanneer je al bij aanvang aandacht besteedt aan evaluatie, zal je project bovendien ook sneller aanslaan bij directie en
leerkrachten. Als je met een pre- en post-test wilt werken, moet je wel tijdig plannen.
Voorbeeld
“In het finse project '5T: TIEDEKASVATUSTA TOISEN ASTEEN OPPILAITOKSISSA TEKEMÄLLÄ TUTKIMUSTA TUTKIJOIDEN KANSSA'
(acroniem voor de Finse vertaling van “Wetenschapsonderwijs op middelbare scholen door onderzoek te doen met onderzoekers”)
participeren leerlingen in lopende onderzoeksprojecten rond verschillende thema’s waaronder:
- het meten van sneeuw
- de verspreiding van pollen
- klimaatacties
- ruimteweer
Ze voeren verschillende taken uit zoals:
- observeren
- verzamelen van informatie
- verwerken van data
- genereren van nieuwe ideeën
Omdat 5T een overkoepelend geheel is van meerdere projecten,
is het thema en de concrete activiteiten afhankelijk van project tot project.
Opmerkelijk is dat ze achteraf een impactmeting
van het project deden. Ze bevroegen leerlingen, leerkrachten en onderzoekers aan de hand van interviews en vragenlijsten.
De bevindingen van de impactmeting publiceerden ze in een wetenschappelijk artikel.