Communicatie met leerkracht en leerlingen
Communicatie is een essentieel onderdeel van elk citizen-scienceproject. Zo stel je idealiter aan de start van je
initiatief een communicatieplan op.
- hoe zal je promotie voeren voor je project?
- hoe zal je naar de leerkrachten en leerlingen toe communiceren over het onderzoek?
- hoe zal je ze gedurende het hele onderzoeksproces blijven motiveren?
- hoe zal je uiteindelijk communiceren over de resultaten van het onderzoek? (zie ook module 3, submodule "rapportering")
Je vindt hierover meer praktische communicatietips in de
handleiding ‘Communicatie bij citizen science’.
In dit hoofdstuk focussen we op de wijze van communiceren naar en
met de betrokken leerkrachten en leerlingen. Helder en boeiend communiceren over wetenschap is essentieel voor succesvolle citizen-scienceprojecten.
- Het is goed om de communicatie op te starten voor aanvang van het schooljaar (in augustus)
of nog beter al tijdens het vorige schooljaar.
Zo blijkt april-mei de beste periode om nieuwe projecten
voor het volgende schooljaar te promoten bij leerkrachten.
- Op die manier vermijd je drukke periodes zoals
toetsen of de opstart van het schooljaar, en hebben schoolteams nog de kans te overleggen om het in te passen
in het jaarplan.
- Om je project te promoten maak je bovendien best ook gebruik van bestaande kanalen,
daar lijsten we er een beetje verder enkele van op.
Open communicatie ivm verwachtingen
Tijdens het gehele onderzoek communiceer je best zo open mogelijk. Zo kan je bijvoorbeeld starten met
ieders verwachtingen te verwoorden ten aanzien van het onderzoeksproject en elkaars engagement.
- Waarschijnlijk stappen leerkrachten en leerlingen enerzijds, en de initiatiefnemer anderzijds,
met andere verwachtingen in het project.
Door deze vooraf goed in kaart te brengen en tegenover
je eigen aanbod en verwachtingen te plaatsen, kan je onenigheden voorkomen.
- Welke verwachtingen
kan je binnen de tijdspanne van het project realiseren en welke mogelijk niet?
Als je tijdens de
onderzoekscyclus voldoende tijd en terugkoppelingsmomenten inplant, vergroot je bovendien de slaagkans van het project.
Er zullen ook veel tussentijdse vragen van de scholen jouw richting uitkomen.
Praktische vragen:
- In de dagdagelijkse schoolcontext verandert de planning namelijk vaak en snel. Wanneer er lessen
verschuiven of vervangingen zijn, kan dat een impact hebben op (het verloop van) het citizen-scienceproject.
- Als het gaat over metingen die op strikt afgesproken momenten plaats moeten vinden, toetsen leerkrachten
graag af hoe ze de wijziging in de planning kunnen opvangen in functie van het citizen-scienceproject.
Inhoudelijke vragen:
- Als leerkrachten weten dat ze snel met
hun vraag terechtkunnen, werkt dat motiverend.
- Verwacht je dus aan veel vragen en onderschat niet
hoeveel tijd je nodig hebt om deze te beantwoorden.
Communiceer steeds open over alle deelaspecten van het project, en faciliteer
communicatie tussen de verschillende projectdeelnemers.
Zo kan je bovendien een groepsgevoel
creëren waarin alle actoren gemotiveerd samenwerken aan het project, met mogelijk eigen klemtonen of prioriteiten.
Er bestaat in Vlaanderen een uitgebreid ondersteuningsnetwerk voor wetenschapscommunicatie.
Zo is bij hogescholen, universiteiten en onderzoekscentra een
expertisecel wetenschapscommunicatie
ingebed. Neem zeker contact op met je expertisecel als je instelling er een heeft!
Daarnaast staan verschillende bedrijven en organisaties klaar om je op te leiden of te ondersteunen in wetenschapscommunicatie.
Enkele voorbeelden zijn: