In de onderzoeksprojecten is er sprake van co-creatie. De samenwerking werd namelijk gedeeltelijk
gefaciliteerd door leerkrachten, wat de educatieve expertise in het project verhoogt in vergelijking met
projecten die volledig gestuurd worden door de onderzoekers zelf.
De scholen werden bijvoorbeeld deels
vrij gelaten in de graad van participatie van hun leerlingen:
“De precieze vormen van deelname varieerden
tussen de scholen. Sommigen boden een vrijwillige projectcursus aan, waarbij de leerlingen vrij waren om hun
onderzoeksonderwerp en -schema te kiezen binnen de grenzen van hun lessenrooster. Sommigen namen deel
als onderdeel van een extra (vrijwillige) cursus en sommigen als onderdeel van een verplicht lessenrooster.”
De rollen en verantwoordelijkheden van elke actor werden vooraf duidelijk als volgt afgesproken.
- De onderzoekers vernatwoordelijk voor:
- het ontwerp van de onderzoekstaken volgens hun eigen
onderzoeksbehoeften:
samenstellen van instructies, de briefing,
en beschikbaar zijn voor studenten en docenten voor extra hulp tijdens hun werk.
- de opdracht uit te leggen wat het onderzoeksprobleem juist inhield en wat het voordeel zou zijn voor
de vooruitgang van de wetenschap en de maatschappij in het algemeen.
- feedback geven over de wetenschappelijke inhoud van het werk van de studenten.
- De leerkrachten
waren verantwoordelijk voor
- integratie van de onderzoekstaken in de schoolvakken
- het toezicht op het werk van de studenten tijdens de onderzoeksfase
- de beoordeling of andere schoolgerelateerde evaluatie van het werk van de leerlingen
- De studenten
waren verantwoordelijk voor
- uitvoering van de onderzoekstaken
- de rapportering van de
resultaten volgens de instructies van de onderzoekers en de docenten
- Afhankelijk van de school en de cursus
hadden de studenten verschillende mates van vrijheid om hun onderzoeksonderwerpen te kiezen.