Structuur en organisatie van het Vlaamse onderwijs
Verschillende onderwijsniveaus - Buitengewoon onderwijs (BuO)
Zowel in het lager onderwijs als het secundair onderwijs bestaat er naast het reguliere onderwijs ook het buitengewoon onderwijs.
Dit is onderwijs, ingericht voor kinderen die speciale hulp nodig hebben omwille van
- een lichamelijke of geestelijke handicap,
- ernstige leerproblemen,
- of ernstige emotionele of gedragsproblemen.
Afhankelijk van de nodige zorg verschilt de structuur en
inhoud van het gevolgde onderwijs. Daarvoor maakt het buitengewoon onderwijs een onderscheid tussen verschillende types die
verwijzen naar de beperking van de kinderen.
Ook in het buitengewoon onderwijs zijn er ontwikkelingsdoelen.
Wanneer een leerling die leerdoelen bereikt, die gelijkwaardig zijn aan die van het gewoon lager of secundair onderwijs,
behaalt die een getuigschrift basisonderwijs of diploma secundair onderwijs.
Meer info - bron
Type basisaanbod |
voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Voor hen is het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar binnen een school voor gewoon onderwijs |
Type 1 |
voor kinderen met een lichte verstandelijke handicap |
Type 2 |
voor kinderen met een verstandelijke beperking |
Type 3 |
voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking |
Type 4 |
voor kinderen met een motorische beperking |
Type 5 |
voor kinderen in een ziekenhuis, een preventorium of een residentiƫle setting |
Type 6 |
voor kinderen met een visuele beperking |
Type 7 |
voor kinderen met een auditieve beperking |
Type 8 |
voor kinderen met ernstige leerstoornissen |
Type 9 |
voor kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking |
Als projectinitiatiefnemer kan je je dus ook helemaal of gedeeltelijk richten op leerlingen uit het buitengewoon onderwijs.
In het buitengewoon onderwijs werken klassen vaak projectmatig; hierbij kan een citizen-scienceproject een werkthema of
een aanzet tot een klasproject vormen. Daarnaast hebben de leerlingen in het buitengewoon onderwijs nood aan tijd om zich bepaalde kennis,
vaardigheden en attitudes eigen te maken, en dat in een authentieke leercontext en op een functionele manier.
Een citizen-scienceproject leent zich hier prima toe.