Citizen science in de klas: educatiegids

CS in de klas: educatiegids

Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 Lexicon Literatuurlijst

Module 2

Onderwijs in Vlaanderen

Intro

Structuur en organisatie van het Vlaamse onderwijs

Intro Vrijheid van scholen binnen het kader van eindtermen Verschillende onderwijsniveaus Lager onderwijs Secundair onderwijs Aan de slag Buitengewoon onderwijs Methodescholen Samenwerkingen

Kiezen voor lager of secundair onderwijs

Besluit



Structuur en organisatie van het Vlaamse onderwijs

Vrijheid van scholen binnen het kader van eindtermen





De overheid bepaalt voor het Vlaamse onderwijs en voor de verschillende onderwijsniveaus (kleuteronderwijs, lager onderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs).

Deze doelen bevatten die leerlingen op bepaalde leeftijden behaald moeten hebben.

Eindtermen en onderwijsdoelen zijn er zowel voor het lager onderwijs als voor het secundair onderwijs.

Wat de leerlingen in de scholen moeten leren, ligt dus deels vast, maar er is veel vrijheid in de manier waarop scholen en leerkrachten die kennis, vaardigheden en attitudes aanbrengen. Een schooldirectie kan vormgeven aan een eigen . Zo kunnen ze ook doelstellingen vooropstellen die voortkomen uit het eigen pedagogische beleid. In die vrijheid kunnen ze rekenen op ondersteuning van overkoepelende structuren en instanties, zoals bijvoorbeeld de en




onderwijsnetten

In Vlaanderen spreken we van onderwijsnetten om de scholen in te delen naar het soort schoolbestuur.
Zo zijn er 3 onderwijsnetten:

  • het gesubsidieerd officieel onderwijs (GOO);
  • het onderwijs van de Vlaamse gemeenschap (GO!);
  • en het gesubsidieerd vrij onderwijs (GVO).

Het GOO en GO! zijn scholen die ingericht zijn door de overheidsinstanties: respectievelijk door provincies, steden of gemeenten (GOO) en door de Vlaamse overheid zelf (GO!).

onderwijskoepels

Binnen deze 3 onderwijsnetten zijn er telkens 1 of meer onderwijskoepels:
   Dat zijn verenigingen van schoolbesturen en van scholen; zij vertegenwoordigen en ondersteunen hun scholen.

Deze koepels stellen bijvoorbeeld leerplannen op.
    Dit zijn concrete vertalingen van de eindtermen en onderwijsdoelen naar de eigen visie en het eigen opvoedingsproject.

Die vertaling hoeft niet altijd te komen van de koepels, maar kan ook komen van de schoolbesturen zelf.

  • Zo stelt in het secundair onderwijs vandaag enkel nog de koepel van de katholieke scholen leerplannen op.
  • De andere koepels vertrekken van de eindtermen zelf, waardoor het aan de scholen is om deze verder te concretiseren.
  • Dit geeft ze meer vrijheid om de eindtermen vanuit het pedagogisch project van de school te bekijken.
  • Wel moeten deze leerplannen wel steeds goedgekeurd worden door de overheid.
pedagogische begeleidingsdienst

De pedagogische begeleiders ondersteunen de onderwijsinstellingen en de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB):

  • Ze bevorderen bijvoorbeeld mee de professionalisering van het onderwijspersoneel.
  • Ze versterken het beleid van scholen.
  • Ze ondersteunen de missie en het begeleidingsproject van CLB’s.