Variabelen en datatypes
// Deel 1: declaratie en initialisatie (wordt eenmalig doorlopen bij opstarten)
int wachttijd = 1000;
// Deel 2: setup (wordt eenmalig doorlopen bij opstarten)
void setup() {
pinMode(LED_BUILTIN, OUTPUT);
}
// Deel 3: loop (wordt blijvend herhaald)
void loop() {
digitalWrite(LED_BUILTIN, HIGH);
delay(wachttijd);
digitalWrite(LED_BUILTIN, LOW);
delay(wachttijd);
}
Variabele
In deze code gebruiken we 1 variabele namelijk "wachttijd".
Dit laat ons toe om de wachttijd op 1 plaats aan te passen en
ervoor te zorgen dat de waarde overal in de code wordt aangepast.
- Declaratie van een variabele:
- Een variabele is een element in je code dat je op voorhand declareert,
je kondigt m.a.w. aan dat je de variabele in de code zal gebruiken.
- Initatialisatie van een variabele:
- Je kan de waarde van een variabele initialiseren bij de declaratie of m.a.w.
je geeft de variabele een bepaalde startwaarde. De waarde van een variabele kan ook in de void loop() aangepast worden.
Constante
"LED_BUILTIN" noemt men daarentegen een constante.
De waarde van een constante wordt niet aangepast en blijft constant. Een constante wordt aangeduid met hoofdletters.
Datatype
Bij het declareren en het initialiseren kennen we een datatype toe aan de variabele.
De datatypes zijn blauw gekleurd in het programma Arduino IDE.
Een datatype wordt aan een variabele toegekend om duidelijk te maken over welke soort variabele het gaat.
Een variabele kan namelijk een woord zijn, of een geheel getal, een natuurlijk getal, een kommagetal, etc.
Het datatype van de variabele "wachttijd" is int. Dit is de afkorting van "integer", en betekent geheel getal.
In de huidige code gebruiken we LED_BUILTIN om aan te duiden welke pin de ingebouwde led aanstuurt.
Dat werkt prima want LED_BUILTIN is een voorgedefinieerde constante die voor de Arduino Uno gelijk is aan pin 13.
Maar stel je voor dat je:
- Je wil een andere led op een andere pin aansluiten (bijvoorbeeld op pin 8).
- Je gebruikt een andere Arduino zonder ingebouwde led.
- Je wil meer controle of duidelijkheid in je code.
Dan is het handig om zelf een variabele te maken.
Opdracht 1
Pas de Blink code aan door zelf een variabele voor de interne led, verbonden aan pin 13, te definiƫren.
Test of de code nog hetzelfde doet.
Deel 1: declaratie en initialisatie
Maak een variabele aan voor het pinnummer waar de led aan verbonden is.
Mogelijk oplossing
De naam van je variabele kan je vrij kiezen, hier werd voor LED gekozen.
OPGELET: voor pinnummer gebruiken we 'const int' als datatype. Door het woordje 'const' te gebruiken wordt deze variabele 'read-only' en kan je die niet meer overschrijven in je programma. Het is een goede gewoonte om dit te gebruiken bij variabelen die de pinnummers opslaan. Zo kan je niet per ongeluk deze waarde overschrijven in je code.
Deel 3: loop
Laat de pin achtereenvolgens aan- en uitgaan, door gebruik te maken van de variabele "wachttijd".
Mogelijk oplossing
Merk op dat het datatype van de variabele LED waar we nummer 13 in opslaan const int is. const staat voor constante en int voor integer.
Door het woordje const te gebruiken wordt deze variabele 'read-only' en kan je die niet meer overschrijven in je programma. Het is een goede gewoonte om dit te gebruiken bij variabelen die de pinnummers opslaan. Zo kan je niet per ongeluk deze waarde overschrijven in je code.