Wat je moet kennen en kunnen:
- Je kan de drie soorten besturingssystemen van een programma opsommen: sequentie, selectie en iteratie.
- Je kan een stroomdiagram lezen en een eenvoudig zelf opstellen.
- Je kan een keuzestructuur if() of if...else() en een herhalingsstructuur while() coderen.
- Je kan vergelijkende operatoren in je voorwaarde verwerken.