De hardware
De Arduino is een plaatje met allerlei onderdeeltjes op. Zo een plaatje noemen we een printplaat of in het Engels "printed circuit board" (PCB). Vandaar dat we spreken over het Arduino-bordje.
Opdracht 1
Wij werken met het Arduino UNO model.
Ga met je muis over de cijfers en bekijk welk onderdeeltje erbij hoort.
Een paar van de termen die gebruikt worden in Opdracht 1 zijn wellicht nog nieuw voor je.
Wist je dat?
Pin: Een pin is het elektrisch contact dat ervoor zorgt dat de microcontroller van je Arduino kan verbonden worden met elektronische componenten om te interaheren met de buitenwereld.
Ze zijn onderverdeeld in 3 categoriƫn op je Arduino bordje: power, analog in en digital.
Microcontroller: Een microcontroller is het belangrijkste onderdeel van de meeste elektronische toestellen. Het is het 'brein' dat het toestel (hier de Arduino Uno) aanstuurt.
Link maken met chips?
Analoog en digitaal: Op deze pinnen sluit je analage of digitale componenten aan. Een digitale component kent maar twee toestanden, aan of uit. Een analoge component kan meerdere waardes aannemen.
Input en output: In de computerwetenschappen worden deze termen gebruikt voor gegevens die de computer binnenkomen (input) en gegevens die de computer verlaten (output).
Sensor en actuator:: Sensoren kunnen de input van je Arduino verzorgen en actuatoren de output. Sensoren zijn apparaten die fysieke of chemische veranderingen in de omgeving meten en deze omzetten in elektrische signalen (input).
Actuatoren zijn apparaten die elektrische signalen omzetten in fysieke acties, zoals beweging of kracht (output). Input en output zijn ruimere begrippen dan sensor en actuator. Zo is een drukknop een input maar geen sensor in de klassieke zin.
pin layout hier of pas in mod 4?
Oefen met onderstaande opdrachten de begrippen input/output en sensor/actuator nog wat verder in.
Zoals al eerder besproken verwijst I/O naar Input/Output, en moet je sensoren (input) en actuatoren (output) vastmaken aan de PINs.
Er zijn op het Arduino-bordje twee rijen PINs te vinden. De digitale PINs (0-13) en de analoge PINs (A0-A5). We onderzoeken het verschil tussen deze twee soorten PINs.
Opdracht 1
Sleep daarna de eigenschappen en grafieken in het juiste vak.
Opdracht 2
Is het element een sensor of een actuator? Sleep de elementen in het juiste vak. @Leen, of eerder zelfde oefening maar input/output? Nu verwarrend met de uitleg van de drukknop
Wil je meer lezen over de onderdelen? Dat kan op onderstaande pagina van het Arduino Projects Book