De impact van klimaatverandering op de fenologie in Vlaanderen
Verschuiving in fenologie - algemeen
Wat is fenologie?
Fenologie is de studie van het verband tussen periodiek terugkerende natuur- en gedragsverschijnselen.
Geschiedenis
Er zijn 3 grote periodes in de geschiedenis van de Fenologie:
Het jaar 1000 voor Christus – 17de eeuw
Belangrijk voor de organisatie van landbouw
en jachtactiviteiten van kleine en grote gemeenschappen.
Er werden beschrijvingen gevonden van zichtbare,
natuurlijke, terugkerende fenomenen bij planten en
dieren zoals de groei van gewassen en de seizoenale
verplaatsingen van dieren.
Bijvoorbeeld trekvogels
die op velden naar eten zoeken, kuddes bizons …
Opkomst van de fenologie als
wetenschappelijke discipline.
Galilao Galilei was een natuurkundige,
astronoom, wiskundige en filosoof uit de 17de eeuw.
Wetenschappers
noteerden de timing van fenologische fenomenen
en bestudeerden ze met statistiek en experimenten.
Dankzij statistische modellen zijn de fenomenen
herkenbaarder en voorspelbaarder.
De snelle ontwikkeling van computers, modelleer-programma’s en opnamematerialen
(vb. satellieten) zorgde voor een sterke versnelling en verbetering in dit onderzoek.
Dankzij de smartphone en draadloze communicatietechnologieën bracht
ook ‘citizen science’ fenologische observaties tot een
nieuwe hoogte. Fenologische gebeurtenissen worden
nu over een veel groter gebied en voor veel meer
soorten waargenomen en bijgehouden.
Opdracht 1
Wat denk je?
Waarom was het voor deze mensen belangrijk om de fenologie van bijvoorbeeld verschillende
soorten gewassen te kennen?
Bekijk het antwoord
Op die manier organiseerden ze wanneer ze het
graan moesten zaaien en oogsten, wanneer ze hun
vee op het grasveld lieten grazen, enzovoort.
Opdracht 2
Wat denk je?
Wat is citizen science?
Bekijk het antwoord
Burgerwetenschap of citizen science is een specifieke
interactie tussen wetenschap en de civiele gemeenschap
- (netwerken van) vrijwilligers doen aan dataverzameling
(bijvoorbeeld door middel van observaties),
metingen, testen en berekeningen.
- De vrijwilligers zijn
meestal burgers gaande van schoolkinderen tot de man
in de straat.
Voorbeelden
Door klimaatverandering merken wetenschappers de laatste jaren een verschuivende fenologie op: jaarlijks
terugkerende fenomenen blijken bij veel soorten te vervroegen of te verlaten.
Mede door de verschuivende fenologie migreren steeds meer soorten van het zuiden
naar het noorden.
- Daardoor zien we steeds vaker vlinder- en vogelsoorten die pakweg 30 jaar geleden enkel in het
zuiden van Europa voorkwamen.
- Ook andere insecten verschuiven noordwaarts
Opdracht 3
Geef enkele voorbeelden van fenologische verschijnselen.
Bekijk het antwoord
- Het bouwen van nesten door vogels
- De amfibieëntrek
- Het ontluiken van bladeren in de lente
- ....
Opdracht 4
Padden ontwaken in het algemeen vroeger uit hun winterslaap dan enkele decennia geleden.
Ken je nog voorbeelden van verschuivingen van fenologische verschijnselen?
Bekijk het antwoord
- Vroeger uitlopen van blad- of bloemknoppen
- Dieren die vroeger in het jaar beginnen met het maken van een nest
- Vlinders die vroeg uit hun pop kruipen
- Vertrekken of terugkomen van trekvogels op andere momenten dan vroeger
- ....
Voor- en nadelen
Voordelen
- Sommige soorten zijn door de veranderende omstandigheden sterker, of hebben zwakkere vijanden.
- Planten nemen gedurende langere tijd (vroegere lente en latere herfst) CO2 op en zijn daardoor productiever dan 30 jaar geleden.
De warmere temperaturen en ook de hogere CO2-concentraties zijn namelijk positief voor fotosynthese.
Ze groeien sneller.
- Bossen zijn in onze streken daardoor sneller en langer groen dan tevoren.
Dat zorgt voor meer eten voor vrucht- en plantetende dieren. Zij hebben op deze manier baat bij de
veranderende omstandigheden.
Voorbeelden
In Vlaanderen zijn druiven nu gemakkelijker te telen dan 30 jaar geleden.
Vlaamse bossen zijn ‘groener’ dan ooit dankzij de toenemende temperatuur en CO2-gehalte, en doordat ze gedurende langere tijd aan fotosynthese kunnen doen dan 30 jaar geleden!
Nadelen
-
Planten komen vroeger uit hun winterslaap
1. Ze halen vroeger water uit de bodem
- de kans op extreme en frequente droogte stijgt
- daardoor stijgt de kans op hittegolven
- en dit kan een nefast effect hebben op de productiviteit van planten
2. Kans verhoogt dat bloemen of bladeren afsterven bij een stevige winterprik
Geen positieve effecten van hogere temperatuur of meer CO2
- Bij dieren liggen de nadelen voornamelijk bij de veranderende ecosystemen met nieuwe predatoren of extra competitie voor voedsel.
- Niet alle soorten passen zich even goed aan het veranderende klimaat aan.
Voorbeelden
Japanse duizendknoop is een invasieve exoot: hij komt van nature niet in Vlaanderen voor, maar kan zich hier door de klimaatverandering snel en agressief vermenigvuldigen – ten nadele van de inheemse planten, dieren en ecosystemen.
De bloemen van kersenbomen (kerselaren) bloeien al vroeg in de lente. Dit maakt hen ook kwetsbaar voor late winterprikjes.