De for-loop is een begrensde herhaling.
Bij de initialisatie initialiseer je een teller, meestal de letter i, meestal op waarde 0.
Bij de voorwaarde geef je aan welke voorwaarde moet voldaan zijn om de instructie binnen de for-loop uit te voeren. Hiermee bepaal je het aantal herhalingen.
Bij het increment stijgt de teller, elke keer dat de for-loop uitgevoerd wordt, met 1.
Als er niet meer aan de voorwaarde wordt voldaan, zal er verder gegaan worden met de instructies na de for-loop.