Water in de stad
logo

Water in de stad

Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 Module 6 Module 7 Module 8

   Module 2: Bodemdoorlaatbaarheid meten



Wat je moet kennen en kunnen:


  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat “bodemdoorlaatbaarheid” betekent.
  • Je begrijpt het verschil tussen “poreusheid” en ”permeabiliteit”.
  • Je kan met een experiment de “poreusheid” en ”permeabiliteit” van verschillende grondsoorten vergelijken.
  • Je kan de “poreusheid” en ”permeabiliteit” van verschillende grondsoorten verklaren ahv hun bodemstructuur.
  • Je kan verschillende grondsoorten herkennen en benoemen.
  • Je kan uitleggen wat de functie van een infiltrometer is.
  • Je kan de onderdelen benoemen van een infiltrometer.
  • Je kan een infiltrometer bouwen door een stappenplan te volgen.
  • Je kan een infiltrometer ontwerpen via het technisch proces.
  • Je kan metingen uitvoeren met een infiltrometer. (tijdsmetingen, lengtemetingen en volume metingen) en een besluit trekken over de doorlaatbaarheid van de grond .
  • Je kan op een correcte manier gebruik maken van eenheden.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat “een infiltratiegevoelige bodem” betekent.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat “een gecompacteerde bodem” betekent.
  • Je kan gegevens op officiële meetkaarten van bodemdoorlaatbaarheid begrijpen en het verband leggen met overstromingsgevoelige gebieden in stedelijk milieu.